De elektrische auto is niet meer weg te denken uit het straatbeeld. De Tesla’s, Kia’s en Hyundai’s vliegen je om de oren. En dat is logisch: de uitstootloze auto’s zijn schoon, snel, veilig en fiscaal aantrekkelijk. Ook laadpalen zijn tegenwoordig overal te vinden, van snellaadstations tot fraaie laadstations aan huis. Maar kun je jouw nieuwe EV ook opladen aan het stopcontact? En hoe veilig is dat?
Elektrische -en Plug-In Hybride voertuigen kunnen op verschillende manier worden geladen. Zo kan de EV worden geladen via een stopcontact of laadpaal. De verschillende mogelijkheden worden omschreven in ‘modes’. Welke methoden van laden zijn er beschikbaar? In totaliteit zijn er 4 modes:
Mode 1 opladen
Huishoudelijke apparaten, zoals een koffieautomaat en de stofzuiger, werken door simpelweg de kabel in het stopcontact te steken. Ook wanneer we spreken over het opladen van een auto via een stopcontact spreken we over Mode 1 laden. In het kort is Mode 1 laden gewoon opladen middels een stopcontact (22V, max. 10A) Bij Mode 1 opladen is er geen beveiliging en geen begrenzer. Het opladen van een PHEV of EV via Mode 1 wordt dan ook sterk afgeraden in verband met brandgevaar.
Mode 2 opladen
Het opladen volgens Mode 2 komt in grote lijnen overeen met bovengenoemde Mode 1. Ook bij Mode 2 kan het voertuig worden geladen via het stopcontact. Het verschil ten opzichte van mode 1 is dat bij deze methode wel een vaste stroombegrenzer toegepast is.
Mode 2 oplaadkabels voor het opladen aan een stopcontact worden door veel autofabrikanten standaard bij de auto’s geleverd. Aangezien deze kabel is voorzien van een stroombegrenzer zal het opladen, zeker van een volledig elektrische auto, beduidend langzamer verlopen dan opladen aan een laadpaal.
Mode 3 opladen
Een veilige en veelgebruikte manier van opladen is Mode 3 laden. Bij Mode 3 laden, ook wel gecontroleerd laden, vindt tijdens het laadproces communicatie plaats tussen het voertuig en het laadpunt. In feite werken de auto en laadpaal samen om een veilige, geschikte laadstroom te creëren waardoor de auto snel geladen zal worden. Pas nadat de juiste capaciteit is bepaald zal het opladen starten.
Via de laadkabel wordt doorgegeven hoeveel en hoe snel er geladen mag worden, dit gebeurt via de zogenaamde ‘Control Pilot Pin’ in de stekker. Echter kan de capaciteit afhankelijk zijn van meerdere factoren. Allereerst is dit de maximale laadcapaciteit van de auto. Is dit laadvermogen bijvoorbeeld beperkt tot 20A dan zal het opladen niet sneller verlopen dan de gestelde 20A. De tweede factor is het laadpunt. Om zo snel mogelijk te kunnen laden dient de laadpaal een zo hoog mogelijk laadvermogen te hebben. Deze dient minstens gelijk te zijn aan het maximale laadvermogen van het voertuig. Wanneer de laadpaal een beperkt laadvermogen kent zal de duur van het laden worden verlengd. Voor het gemak laten we externe factoren, waaronder weersomstandigheden en onstabiliteit in het net even achterwege.
Mode 4 opladen
Bij het opladen volgens Mode 4 zal het voertuig worden geladen middels gelijkstroom (DC-laden). Bij gelijkstroom laden, ofwel snelladen, zal de laadpaal het gehele laadproces bepalen. Bij het opladen volgens Mode 1 tot en met 3 wordt altijd geladen volgens de aanwezige AC/DC omvormer in de auto. Bij snelladen is dit niet het geval waardoor de meeste elektrische voertuigen in minder dan een half uur tot 80% geladen kunnen worden. De laadtechniek wijkt erg af van bovenstaande methodes. DC laders zijn zelf voorzien van omvormers die direct gelijkstroom aan de auto afgegeven. Sommige snelladers behalen een laadvermogen tot wel 350 kW!
Het opladen van een elektrische auto aan een regulier stopcontact is zeker niet zonder gevaar. Zeker bij het gebruik van een Mode 1 oplaadkabel is er brandgevaar aanwezig. Maar zelfs wanneer een stroombegrenzer wordt toegepast (een Mode 2 kabel) is het opladen niet zonder risico.
Zo zijn er verschillende meldingen te vinden over elektrische auto’s die in brand zijn gevlogen tijdens het opladen aan een stopcontact. Deze voorvallen tonen aan dat Mode 2 kabels echt een noodoplossing zijn indien er geen regulier laadpunt aanwezig is. Aangezien Mode 2 oplaadkabels voor het opladen aan een stopcontact vaak een beperkt vermogen hebben van 2,3 kW zal er geen directe aansluiting worden gemaakt in de meterkast. Boven vermogens van 2,3 kW is dit wel verplicht. Het opladen via de Mode 2 kabel gaat dan ook zeer langzaam, met als gevolg langdurige belasting op de kabel en het stopcontact. Tijdens dit laadproces kan kortsluiting ontstaan door de afwezigheid van veiligheidscomponenten zoals een aparte groep in de meterkast.
In de meeste situaties waarbij brand of kortsluiting is ontstaan tijdens het opladen aan het stopcontact werden Mode 2 laadkabels toegepast. Veelal gebeurt dit in de nacht waarbij een voertuig voor langere tijd staat te laden. Toch valt de eigenaar in geen van de gevallen iets te verwijten. Vaak betreft dit onwetendheid en slechte communicatie vanuit de fabrikant of autodealer.
We begrijpen dat de verschillende technische termen en laadmethoden erg ingewikkeld kunnen zijn. Daarom staan onze adviseurs altijd voor u klaar om te helpen bij het vinden van de juiste laadkabel of laadpaal. Of dit nu een laadpaal voor thuis, een zakelijke laadoplossing of een hoogwaardige laadkabel betreft. Wij staan voor u klaar voor een veilige laadoplossing waarbij uw auto zo snel mogelijk geladen kan worden op een veilige manier met eventuele automatische verrekening van alle laadsessies naar de werkgever.
Weten hoe veilig uw autolader is? Het opladen van uw elektrische auto via het stopcontact mogelijk is of meer weten over slimme laadpalen? Onze specialisten staan u graag te woord!
088 011 03 01 | info@lanovalaadpalen.nl
Vermeld hieronder uw gegevens en wij nemen zo snel mogelijk contact met u op!
Vermeld hieronder uw gegevens en wij nemen zo snel mogelijk contact met u op!